Hoe het begon

Het valt niet mee om het bewogen leven van Bernadette in het kort samen te vatten. Evengoed wagen wij wel een poging, juist omdat het zo bepalend is geweest voor waar ze nu is en wat ze nu doet. Geboren in Johannesburg, Zuid Afrika als dochter in een gezin met twee broers en een zus had zij een comfortabel leven. Ondanks het feit dat zij van huis uit rooms katholiek werd opgevoed, had dit eigenlijk nauwelijks invloed op haar leven. Zij klom na haar kappers opleiding op van kapster naar manager van een goed lopend salon. Zoals vele anderen voelde zij op een gegeven moment het verlangen om meer van de wereld te zien en op een dag besloot zij om een wereldreis te gaan maken. Zodoende kwam zij in Amsterdam terecht waar ze prompt werd beroofd van haar weinige bezittingen en haar geld. Geheel platzak kwam zij bij de ‘Shelter’ terecht (een christelijke jeugdhotel). Om daar te kunnen verblijven pakte ze het schoonmaakwerk aan, dat haar daar werd aangeboden. Dit is de periode geweest waarin ze God heeft leren kennen.

In eerste instantie door de mensen om haar heen, die haar zo verbaasde in hun oprechtheid en eerlijkheid in hun geloof. Hier heeft ze Jezus mogen leren kennen als haar persoonlijke verlosser en als belangrijkste baken in haar leven. Vrijwel direct voelde zij het verlangen om voor God aan het werk te gaan. Ze had zo diep ervaren wat Jezus voor haar had gedaan, dat ze graag iets terug wilde doen. Er ontstond een voorzichtige visie voor het werken met kinderen. Het zou echter nog een tijdje duren voordat deze visie bewaarheid zou worden. Gedwongen door het verlopen van haar verblijfsvergunning, toog Bernadette weer huiswaarts. Het was voor haar volstrekt helder dat ze niet meer terug kon in haar vorige leven en ging op zoek naar manieren om de visie die ze had ervaren, verder vorm te geven. Ze kwam terecht in het meest gevaarlijke deel van Johannesburg, waar ze in een kindertehuis aan de slag ging. Vervolgens werd ze vanuit Operatie Mobilisatie (een internationale zendingsorganisatie) uitgezonden naar Mozambique. Haar voornaamste taak daar was het ondersteunen van lokale kerkleiders. De taakomschrijving van OM en de afgebakende taken leverde veel frustratie op bij Bernadette. Zij zag het leed onder de lokale bevolking en vooral de kinderen. Overtuigd van haar roeping en bevestigd door wat al was gebeurd, heeft ze de dappere beslissing genomen om los van OM, alleen, verder te gaan in Mozambique. Het ontstaan van “Osivela wa Jesu”.

Het volgende verhaal is een onwaarschijnlijk verhaal. Een vrouw alleen in een land, verscheurd door eerdere burgeroorlogen, heersende ziektes zoals malaria en aids, vrijwel zonder infrastructuur, ongelofelijke armoede met een bevolking die nauwelijks is onderwezen op welk gebied dan ook.

Het is voor ons westerlingen soms moeilijk te begrijpen in welk tijdsbestek we de ontwikkelingen moeten plaatsen. Waar in het westen een project in een half jaar gerealiseerd kan worden, spreken we daar over jaren. Misschien vijf, maar ook zo tien. Niemand die daar iets zinnigs over kan zeggen….

Door een collectie die werd gehouden door een oude ‘Shelter’ vriendin uit Amsterdam, kwam er een bedrag vrij waarmee Bernadette een stuk land kon kopen. Zij is met haar idee voor het kindertehuis naar de lokale overheid gegaan, maar deze ging niet akkoord. Zij vonden het een riskant idee dat een dergelijk tehuis zou steunen op één persoon. Zij wilden wel meewerken in een project waarbij de nadruk meer zou liggen op onderwijs, het geven van informatie, waarbij de lokale bevolking betrokken is, praktische ondersteuning èn dat de lokale bevolking, de familieleden van de weeskinderen, zelf ook verantwoordelijkheid leerden dragen.

Na een nieuwe periode van bezinning kregen haar plannen opnieuw vaste vorm. We kunnen ons nog goed herinneren, hoe ze ons jaren geleden een zelfgemaakte schets liet zien van wat ze wilde realiseren. Wij voelden vooral de volstrekte onmogelijkheid van de onderneming maar aan de andere kant zagen wij ook de vastberadenheid en het vertrouwen van Bernadette en zulke momenten hebben we ook later nog vaak mogen ervaren.

Wij vroegen ons vaak af hoe ze at en of ze wel genoeg had om überhaupt zelf te kunnen overleven. Bernadette gaf dan steevast hetzelfde antwoord. Ik heb nooit tekort. Als ik een mango heb dan eet ik mango, heb ik een perzik, dan eet ik perzik. Heb ik nu niks, dan komt er morgen wel weer wat. Zodoende heeft ze nooit ervaren dat ze tekort kwam. Ondanks het feit dat haar woonomstandigheden zeer erbarmelijk waren tot ongeveer 2009. Veelal sliep ze in een tentje omdat ze haar zelfgebouwde huisje aan andere werknemers schonk. De ratten liepen s’nachts over en door de tent en bij pech, over het bed. Toiletten waren er niet, ook geen douche.

Maar waar wij met onze westerse blik vaak de onmogelijkheden zagen, bleef Bernadette gericht op Jezus. En wij kunnen u vertellen dat wij nooit iets anders hebben gezien dan een bovenmenselijke mate van geduld en een rotsvast vertrouwen.